arbeid |
|
doelHier klikken om te bewerken.
|
uitleg
Om een zware kist op te tillen moet je een kracht zetten (afbeelding. 1). Dit kost energie. Hoe hoger je de kist wilt tillen, hoe meer energie dit kost. Deze energie noemen we arbeid. Je kunt de arbeid berekenen door de kracht te vermenigvuldigen met de afstand waarover je die kracht zet. De kracht wordt gemeten in newton en de afstand in meters. De eenheid van arbeid wordt daarom wel eens gegeven als newton maal meter, Nm. Je spreekt Nm uit als "newtonmeter". Omdat arbeid een energie is wordt ook de eenheid Joule gebruikt. Hierbij geldt dat 1 joule = 1 Nm.
|
Om een voorwerp tot stilstand te brengen moet je een kracht uitoefenen (afbeelding.2). De netto kracht op de fietser verricht arbeid. De energie voor deze arbeid komt van de bewegingsenergie. Bovenin het plaatje zie je een fietser die hard remt. De kracht die gezet wordt is groter en daardoor is de remweg kleiner. Onderin het plaatje zie je dezelfde fietser. Dit keert remt de fietser minder hard. De snelheid is voor beiden gelijk dus de bewegingsenergie is ook gelijk. De kracht is kleiner dus moet de remweg langer zijn om dezelfde arbeid te verrichten.
Een kreukelzone maakt een auto veiliger door de remweg van de inzittenden te vergroten (afbeelding.3). Voor de duidelijkheid is de achterkant van de auto als meetpunt genomen, maar hetzelfde geldt voor de plekken van de inzittenden. |
Tijdens een botsing moet de bewegingsenergie van de inzittenden gebruikt worden. Als de bewegingsenergie 0,0 is staan ze pas stil. Hiervoor moet er een netto kracht op de inzittenden werken. Door de kreukelzone wordt de remweg van de rest van de auto langer. Hierdoor wordt de remweg van de inzittenden ook groter. De grotere remweg voor de inzittenden betekent dat er een kleinere kracht nodig is om de bewegingsenergie weg te nemen.
|
|
samenvatting
De afkorting van arbeid is W
De eenheid van Arbeid is Nm (Newton maal meter) Je kunt rekenen met de formule W = F x s |
links en downloads
|
|