|
Aangemaakt: 09-11-2013
Laatst gewijzigd: 09-11-2013 |
Als je kommagetallen met elkaar vermenigvuldigt, moet je goed opletten waar je de komma plaatst in het antwoord. Een voorbeeld:
0,5 x 0,5 = 0,25
Bij deze eenvoudige getallen zie je misschien wel dat er eigenlijk staat: de helft van een halve is een kwart.
0,5 x 0,5 = 0,25
Bij deze eenvoudige getallen zie je misschien wel dat er eigenlijk staat: de helft van een halve is een kwart.
Als de getallen iets minder fraai zijn, wordt het moeilijker:
1,44 x 0,2 = .....?
Doe zo'n som in meerdere stappen:
1,44 x 0,2 = .....?
Doe zo'n som in meerdere stappen:
- Let bij de eerste stap niet op de komma.
144 x 2 = 288
- Tel nu hoeveel cijfers er in totaal achter de komma staan:
- bij 1,44 staan twee cijfers achter de komma
- bij 0,2 staat één cijfer achter de komma
- samen zijn dat drie cijfers achter de komma.
- Zet bij het antwoord ook drie cijfers achter de komma:
1,44 x 0,2 = 0,288
Nog iets ingewikkelder:
10,203 x 3,2 = ....?
10,203 x 3,2 = ....?
- Eerst zonder komma's:
10203 x 32 = 326496
- Dan cijfers achter de komma tellen: dat zijn er in totaal 4
- 10,203 x 3,2 = 32,6496
Ter controle kun je ook nog even kijken of het antwoord kan kloppen:
(iets meer dan 10) x (iets meer dan 3) = (iets meer dan 30), want 10 x 3 = 30