snelheid |
|
Doel- Je kunt de twee grootheden noemen die invloed hebben op de snelheid van een voorwerp.- Je kunt uitleggen wat we bedoelen met een verband tussen twee grootheden.
- Je kunt voorbeelden noemen van verbanden tussen grootheden. - Je kunt het verband uitleggen tussen afstand en snelheid. - Je kunt het verband uitleggen tussen tijd en snelheid. - Je kunt rekenen met de formule S = v x t - Je kunt uitleggen wat we bedoelen met de gemiddelde snelheid. - Je kunt de afkortingen voor snelheid , tijd , afstand , kilometer, uur en kilometer per uur uit het hoofd noemen. |
uitleg
Het begrip snelheid betekent "de mate van verandering per tijdseenheid". Dit begrip wordt veel gebruikt en onder andere bij:
- snelheid van beweging
- reactiesnelheid
- voortplantingssnelheid
- geluidssnelheid
Wanneer men het heeft over snelheid bedoelen ze meestal de snelheid van beweging. Dit vindt je terug in de volgende onderwerpen:
- snelheid van beweging
- reactiesnelheid
- voortplantingssnelheid
- geluidssnelheid
Wanneer men het heeft over snelheid bedoelen ze meestal de snelheid van beweging. Dit vindt je terug in de volgende onderwerpen:
Snelheid als grootheid
Formule 1 auto's rijden tijdens de race op de snelste stukken makkelijk 300 km/h (afbeelding.1). De formule 1 coureur die als eerste de finish bereikt heeft gewonnen. Hij heeft de totale afstand het snelst afgelegd. Hij had over de hele race de grootste gemiddelde snelheid . Hij heeft dezelfde afstand in de kortste tijd afgelegd. Bij nask verstaan we onder snelheid (v) de afstand (S) die je in een bepaalde tijd (t) aflegt. |
Snelheid is dus een verhouding tussen afstand en tijd . Deze drie grootheden hebben dus invloed op elkaar. Om met dezelfde snelheid een grotere afstand af te leggen heb ik meer tijd nodig. Afstand en tijd hebben een recht evenredig verband . Er is minder tijd nodig als ik een dezelfde afstand wil afleggen met een grotere snelheid. Snelheid en tijd hebben een omgekeerd evenredig verband.
De snelheid van een voorwerp wordt bepaald door de afstand en de tijd .
Als er een verband is tussen twee grootheden, dan verandert de éne grootheid als je de andere veranderd.
- Als je meer appels koopt, moet je ook meer betalen. (hoger aantal = hogere prijs)
* - Als je sneller loopt, doe je minder lang over dezelfde afstand (hogere snelheid = kleinere tijd )
- Als je de tijd gelijk houdt, dan zal de afstand die je in die tijd kunt afleggen
- groter zijn bij een hogere snelheid.
- kleiner zijn bij een lagere snelheid.
Als je de afstand gelijk houdt, dan zal de tijd die je voor die afstand nodig hebt:
- kleiner zijn bij een hogere snelheid.
- groter zijn bij een lagere snelheid.
De snelheid van een voorwerp wordt bepaald door de afstand en de tijd .
Als er een verband is tussen twee grootheden, dan verandert de éne grootheid als je de andere veranderd.
- Als je meer appels koopt, moet je ook meer betalen. (hoger aantal = hogere prijs)
* - Als je sneller loopt, doe je minder lang over dezelfde afstand (hogere snelheid = kleinere tijd )
- Als je de tijd gelijk houdt, dan zal de afstand die je in die tijd kunt afleggen
- groter zijn bij een hogere snelheid.
- kleiner zijn bij een lagere snelheid.
Als je de afstand gelijk houdt, dan zal de tijd die je voor die afstand nodig hebt:
- kleiner zijn bij een hogere snelheid.
- groter zijn bij een lagere snelheid.
Gemiddelde snelheid
Stel je rijdt met je fiets een stuk van 3 kilometer van school naar huis, en je doet daar een kwartiertje over (0,25 uur). Dan rij je niet de hele weg met dezelfde snelheid. Bij het stoplicht moet je wachten. Dan is je snelheid nul. Op een recht stuk trap je eens lekker door. Misschien rij je dan wel 20 kilometer per uur. In bochten rij je misschien weer wat langzamer, net als tegen de bult op. Je snelheid verandert de hele tijd. Toch kun je wel iets zeggen over je snelheid. Je kunt namelijk de gemiddelde snelheid berekenen (afbeelding 2). De gemiddelde snelheid bereken je door de afstand die je afgelegd hebt te delen door de tijd die je daarover hebt gedaan. Bij trajectcontroles langs the snelweg wordt hetzelfde principe gebruikt (afbeelding 3).
Stel je rijdt met je fiets een stuk van 3 kilometer van school naar huis, en je doet daar een kwartiertje over (0,25 uur). Dan rij je niet de hele weg met dezelfde snelheid. Bij het stoplicht moet je wachten. Dan is je snelheid nul. Op een recht stuk trap je eens lekker door. Misschien rij je dan wel 20 kilometer per uur. In bochten rij je misschien weer wat langzamer, net als tegen de bult op. Je snelheid verandert de hele tijd. Toch kun je wel iets zeggen over je snelheid. Je kunt namelijk de gemiddelde snelheid berekenen (afbeelding 2). De gemiddelde snelheid bereken je door de afstand die je afgelegd hebt te delen door de tijd die je daarover hebt gedaan. Bij trajectcontroles langs the snelweg wordt hetzelfde principe gebruikt (afbeelding 3).
samenvatting
links en downloads
Video 1: gemiddelde snelheid
|
Video 2: S = v x t
|