BREUKEN |
Aangemaakt: 09-11-2013
Laatst gewijzigd: 09-11-2013 |
Als de bakker een taart in 8 gelijke stukken verdeelt en jij krijgt één zo'n stuk, dan krijg je "één achtste" van de taart.
Je schrijft dat als 1/8. Dat is een breuk.
Het cijfer boven de streep vertelt hoeveel van zulke stukken je hebt. Dit cijfer heet de TELLER.
Het cijfer onder de streep vertelt hoeveel van zulke stukken een hele taart vormen. Dit cijfer heet de NOEMER.
Je schrijft dat als 1/8. Dat is een breuk.
Het cijfer boven de streep vertelt hoeveel van zulke stukken je hebt. Dit cijfer heet de TELLER.
Het cijfer onder de streep vertelt hoeveel van zulke stukken een hele taart vormen. Dit cijfer heet de NOEMER.
Breuken vergelijken en vereenvoudigen
Als de bakker jou twee van die stukken geeft, dan heb je "twee achtsten" of "twee achtste delen" van de taart.
Je schrijft dan 2/8. Dat is evenveel als één vierde deel, 1/4. Zie ook Breuken vergelijken.
Als de bakker jou twee van die stukken geeft, dan heb je "twee achtsten" of "twee achtste delen" van de taart.
Je schrijft dan 2/8. Dat is evenveel als één vierde deel, 1/4. Zie ook Breuken vergelijken.
Bijzondere breuken
Voor sommige breuken bestaan speciale namen.
Een helft = 1/2
Een kwart = 1/4
Een procent = 1/100. Zie ook Procenten.
Een promille = 1/1000
Voor sommige breuken bestaan speciale namen.
Een helft = 1/2
Een kwart = 1/4
Een procent = 1/100. Zie ook Procenten.
Een promille = 1/1000